Op 31 oktober jl. heeft prof. dr. Sophie van Bijsterveld de lezingencyclus van 2014 rond het thema Tolerantie, afgesloten met een bijzonder boeiende lezing over ‘Tolerantie in de samenleving’ die voor de aanwezigen veel stof tot nadenken opleverde. Sophie van Bijsterveld is hoogleraar religie, rechtstaat en samenleving aan de Universiteit van Nijmegen en lid van de eerste kamer voor het CDA.
De spreekster opent haar lezing met de constatering dat tolerantie een lastig begrip is. In het staatsrecht, haar vakgebied, komt tolerantie niet zo aan de orde. Tolerantie is eerder een belangrijke deugd (dulden wat je afwijst). Als insteek voor de lezing heeft ze ervoor gekozen als observator van het publieke domein een aantal trends rond het begrip tolerantie te bespreken.
Het is volgens van Bijsterveld onmogelijk te zeggen of Nederland meer of minder tolerant is geworden in de afgelopen decennia. Wel ziet ze terreinen waar we als collectief meer of minder tolerant zijn geworden. Dit heeft volgens haar te maken met nieuwe waarden die zijn ontstaan, andere accenten die worden gelegd en het anders waarderen van bepaalde accenten. Enkele voorbeelden daarvan: de gestegen waardering van dierenwelzijn, milieu en klimaat, de verminderde acceptatie van alcohol gebruik door jongeren, roken, prostitutie en de verschuiving van de aandacht van dader naar slachtoffer.
Waarom verschuiven deze zaken? Is het intrinsiek of vanwege overlast of ergernis? Omdat de samenleving anoniemer wordt en bepaalde zaken daardoor minder makkelijk te beteugelen zijn? Sophie van Bijsterveld refereert in dit verband aan Gabriel van de Brink, hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg, die een obsessie ten aanzien van normoverschrijdend gedrag waarneemt. Waar heeft dit mee te maken? Volgens van Bijsterveld zijn er drie belangrijke zaken die van invloed zijn op ons denken ten aanzien van normoverschrijdend gedrag.
Allereerst heeft er de afgelopen decennia een intensivering van het maatschappelijk verkeer plaatsgevonden. Zowel fysiek als sociaal. Burgers staan onder grote prestatiedruk, een grote druk om aan te passen en het goed te doen.
Op de tweede plaats het kennisniveau dat wordt verwacht om mee te komen in de samenleving en het tempo waarin dit alles moet gebeuren. Integratie in onze samenleving is daardoor moeilijker geworden. Hierbij wordt vergeten dat maatschappelijke processen, zoals integratie, lang duren. We zijn ongeduldig. Het moet snel gebeuren allemaal. Met een knipoog verwijst ze naar de ‘Zwarte Pieten’ discussie. Ineens moet het anders.
Als derde de paradox dat we bepaalde religieuze of culturele uitingen niet accepteren omdat we er onbekend mee zijn en daardoor angstig worden terwijl we wel van onszelf vinden dat we tolerant zijn ten aanzien van religie. De vraag is of het hier wel over tolerantie gaat of meer over het bepleiten van de eigen waarde. Het begrip tolerantie is een speelbal geworden van de discussie. Sinds de moord op Theo van Gogh is het sterk gaan schuiven. De wetgever heeft er mee te maken bij het vertalen van dominante waarden in wetgeving. Maar neemt de wetgever wel voldoende afstand vraagt zij zich af? Waar leggen we de grens bij het in wetgeving willen oplossen van maatschappelijke kwesties, zoals het dragen van een Boerka, pesten op school, weigerambtenaren en het taxichauffeurs verplichten om ook de blindengeleidehond van een blinde mee te nemen.
Aan het einde van haar betoog verwijst Sophie van Bijsterveld naar het rapport van de WRR en SCP ‘Gescheiden Werelden’, dat op 31 oktober is verschenen. In dit rapport wordt gemeld dat Nederland dreigt zichzelf sociaal en cultureel in tweeën te delen. Er ontstaat een soort exclusivisme. Groepen en buurten vallen uiteen in hoger- en lager opgeleiden die elkaar in het sociale verkeer nauwelijks meer tegenkomen. De teruggang van het kerkbezoek heeft daarin volgens haar een rol heeft gespeeld. In de kerk zat een dwarsdoorsnede van de bevolking. Daarin liepen de sociale groepen door elkaar heen en leerden ook elkaar te waarderen, of in ieder geval als medeparochiaan te accepteren. Dat werd ook voorgehouden. Die coherentie is er niet meer.
Na een sprankelend optreden van de jonge gitariste Loretta Bessem volgt een levendige discussie naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de aanwezigen. Aan de orde kwam onder andere: kan een goede burger tolerant zijn ten aanzien van zaken die de wet verbiedt, laat gedrag zich regelen door wetgeving, heeft tolerantie te maken met aantallen of met het feit waar het om gaat en wat is de rol van de media ten aanzien van het toe- of afnemen van tolerantie.
Na afsluiting van het officiële gedeelte van de avond volgde nog een gezellige nazit, waarin de aanwezigen onder het genot van een drankje het gesprek geanimeerd voortzetten.
Het bestuur van ‘Anders in de kerk’ hoort graag of de onderwerpen die de sinds 2012 gepresenteerd zijn aansluiten bij uw belangstelling en over welke onderwerpen u in de toekomst een lezing zou willen bijwonen. Volgend jaar komen we hierop bij u terug.