“Op dit moment zijn 65 miljoen mensen op de vlucht en dit plaatst ons in Europa voor grote dilemma’s”, aldus Jos van Gennip, in zijn inleiding over verantwoordelijkheid en vluchtelingen op 14 oktober jl. in het kerkje van Bokhoven. Het vluchtelingenvraagstuk is een van de vijf grote problemen waar we op dit moment voor staan.
De oorzaken zijn divers: klimaat, gebrek aan economisch perspectief, oorlog. Wereldwijd zijn er vele brandhaarden. Wat betekent dit voor de onbeschermde grenzen van Europa? Hoeveel vluchtelingen kan onze samenleving aan?
Globaal ziet van Gennip drie reacties. 1. Humanitair, gastvrije opvang en mededogen. Vaak religieus geïnspireerd en op basis van persoonlijke ontmoetingen. Over het algemeen een lokaal standpunt, soms utopisch en haaks staand op het nationaal standpunt. 2. Juridisch: het internationaal verdrag van de rechten van de mens waar we aan vast zitten. 3. Onverschilligheid en onwil vluchtelingen als medemens te zien. Ook het onvermogen om te ‘huilen’ om het lot van mensen die we niet kennen en twijfel over de motieven van het vluchtverhaal. Resulterend in een afwijzing van iedere vorm van mededogen. Zelden was een dergelijke afwijzing zo ‘bon ton’.
Daarnaast speelt angst een grote rol, zoals de angst voor islamisering. Gemanipuleerd door politici of de media of ingegeven door ervaringen uit het verleden, zoals de angst voor de Turken in midden Europa. En tenslotte een negatief toekomstperspectief. Voor het eerst sinds 100 jaar gelooft 20 tot 30 % van de mensen niet meer dat hun kinderen het beter gaan krijgen dan zij het zelf hebben.
De oplossing ligt niet in het midden tussen onverschilligheid en utopisme maar is meervoudig volgens Jos van Gennip en hij noemde in dit verband: de menselijke waardigheid, iedere medemens vraagt om compassie. Een omkering van de cultuur van onverschilligheid. Daarnaast bewustzijn van de omvang van het vluchtelingenvraagstuk en de permanentie. Dit vraagt om politieke scenario’s, een integrale mondiale aanpak. Met name de oorzaken wegnemen in de landen van herkomst. Van Europa vraagt dit de bereidheid om bevoegdheden over te dragen en partnerschappen aan te gaan met landen die opvang voorstaan in de nabuurlanden. Naar zijn mening is de opvang van vluchtelingen en de grenzen aan de mogelijkheden van de opvang van vluchtelingen de verantwoordelijkheid van het geheel. Volgens van Gennip wordt het Europese vluchtelingenbeleid in de toekomst de toetssteen van de Europese kracht. Dit vraagt realisme, compassie en een open houding. Wat Nederland betreft acht van Gennip aanscherping van het vluchtelingen beleid niet nodig. Nederland is nauwelijks aantrekkelijk voor vluchtelingen.
Als afsluiting memoreert van Gennip dat we in het verleden vaker blijk hebben gegeven een hart te hebben voor vreemdelingen in nood. Ruim zestig jaar geleden, in 1955, toen de boeren nog arm waren, ging een Norbertijn met succes rond om middelen in te zamelen voor nooddruftige Duitsers in oost en midden Duitsland. En nog wat verder terug in het verleden, tijdens de eerste wereldoorlog, hebben vele Belgische vluchtelingen een veilige haven gevonden in ons land. Toen konden we het, nu ook. “Ik ben wel degelijk mijn broeders hoeder”.